Rijstwikke - Jointvetch - Aeschynomene aspera - Leguminosae (Papilionaceae)




Uit dezelfde zak gebroken rijst waarin ik een paar rijstwinde-zaden vond, haalde ik ook een paar minuscule bruine boontjes (± 2.5 mm). Ze ontkiemden makkelijk, en groeiden uit tot fijne plantjes met lange evengeveerde bladeren.
Het bleek, dat deze hun blaadjes 's nachts opvouwden zoals op de foto's hieronder te zien
is, en ook vouwden ze tijdelijk dicht na aanraking, evenals bij het bekende "kruidje-roer-me-niet", dat tot dezelfde plantenfamilie behoort (Leguminosae).
From the same bag of rice in which I found some rice morning glory seeds, I picked a few tiny little brown beans (± 0.1 inch). They germinated easily, and grew up to tender little plants with long even-pinnate leaves.
They proved to fold up at night (as you can see in the pictures below), and leaflets also temporarily folded when touched, just like the famous "touch-me-not", which belongs to the same family of plants
(Leguminosae).


± ware grootte / ± real size


Het idee van lamellen zoals bij luxaflex bestond al voor de mens op aarde verscheen...
The idea of slats in a Venetian blind already existed before man appeared on earth...

   
Een heel klein geel vlinderbloempje verscheen...    /    A tiny yellow papilionaceous flower appeared...


...gevolgd door een klein peultje met slechts 2 zaadjes.
...followed by a tiny pod containing only two small seeds.


De zaadjes bleven plat en waren niet kiemkrachtig. Normaal zou de peul 4 tot 7 zaden bevatten.
The seeds remained flat and weren't germinative. Usually the ridged pod would contain 4 to 7 seeds.

Van de 3 of 4 plantjes bracht er maar één het tot een bloempje - en een ondermaats peultje. Het was wel duidelijk, dat dit exotische onkruidje zich in ons klimaat niet helemaal thuis voelde. Mogelijk speelde de daglengte ook een negatieve rol, vertelde mij een rijst-deskundige op het Tropeninstituut te Amsterdam. De lange dagen vergden mogelijk een te grote inspanning van de opvouwbare blaadjes, die te weinig rust kregen gedurende onze korte noordelijke zomernachten.
Bovendien werd de grond van juist deze plantjes steeds weer door rouwmugjes met hun wormpjes besmet, die de minuscule worteltjes opvraten zodat de plantjes geel werden en omvielen.
Maar hoe dan ook, het was een leuk experiment geweest zo'n plantje op te kweken dat afkomstig was van een tropisch rijstveld.
Of 3 or 4 plants, only one came to one tiny flower and an undersized little pod.
It was clear, that this exotic weed didn't really feel at home in our climate.
Possibly daylength also played a negative part, I was told by a rice-expert at the Tropical Institute at Amsterdam. The long summerdays probably demanded too great an effort from the folding leaflets, that didn't get enough rest during our short northern nights.
Moreover, the soil around these plants was infested again and again by tiny fruitflies or the like that seemed to be attracted to them, so that the plants turned yellow and fell over, because the roots had been eaten by their worms.
Nevertheless, it had been an interesting experiment to grow such an exotic little weed from a tropical rice-field.


herbarium homepage