Speenkruid  -  Lesser Celandine / Pilewort   (Ranunculus ficaria - Ranunculaceae)
(
syn. Ficaria ranunculoides, Ficaria verna)

Speenkruid is een plantje dat iedereen weleens gezien heeft, bewust of onbewust. Begin maart komen de donkergroene hoefijzervormige bladeren boven de grond, in maart/april bloeien de gele stervormige bloemen als zonnetjes dichtbij de grond. De planten vormen a.h.w. een "mat", het geheel is niet hoger dan 10 cm.
Het is een heel aardig plantje als het in 't wild groeit, maar in een tuin helaas wat al te "enthousiast" waardoor het al spoedig als onkruid wordt ervaren.
Everybody living in a temperate climate must have seen Lesser Celandine, being aware of it or not. In the beginning of March the darkgreen horseshoe-shaped leaves emerge, in March/April the yellow starry flowers open like little suns close to the ground. The plants form "mats" on the ground, not growing higher than 10 cm.
It's a very charming plant when growing in the wild, but in a garden it's downright "invasive" and will soon be regarded as a weed.

    
Hierboven speenkruidknollen, op ware grootte en 4x vergroot. De naam "speenkruid" is naar de vorm van de knollen, die net op speentjes lijken.
Na de bloei (± mei) verdorren ook de bladeren, en de plant lijkt verdwenen - maar dit is schijn. In werkelijkheid zitten de knolletjes nog in de grond, en wachten tot het weer maart is om opnieuw uit te lopen (in mildere klimaten eerder).
Hoewel de plantjes in het vroege voorjaar vaak een fraaie bedekking van de winterse kaalheid uitmaken, kunnen ze niet zonder meer worden getolereerd, want ze zijn geneigd de tuin "over te nemen" zodat andere vroege planten geen kans krijgen, verdrukt worden door de ondoordringbare "mat" van glanzend groene blaadjes. Dat geldt zowel voor tuinplanten als voor andere "wilde" planten zoals vergeetmenietjes.
Als het zover is gekomen, is men genoodzaakt de planten zoveel mogelijk te rooien (liefst tijdens de bloei, zodat de planten zelf zijn aan te pakken en de nieuw te vormen knollen nog klein zijn) en voor zover mogelijk alle knolletjes uit de grond te halen. Vooral in zware kleigrond kunnen ze erg hinderlijk zijn en moeilijk te verwijderen.
Speenkruid is niet bepaald kieskeurig wat de groeiomstandigheden betreft - zowel op zware als lichte grond heeft het 't prima naar de zin, en op schaduwrijke plaatsen bloeit het gewoon wat later dan in de zon. Het houdt van vochtige groeiplaatsen, maar ook bij droogte houdt 't zich aardig staande. De knollen onttrekken 't vocht aan de bodem, hetgeen andere planten tot nadeel kan zijn.
Dat de plant een groot aanpassingsvermogen heeft, is me gebleken toen ik in een afgedekte emmer boven een laagje water van 10 cm een slierterig plantje met twee blaadjes ontdekte, dat vanuit een laagje modder onderin was opgegroeid - het bleek een speenkruidknolletje te zijn, dat zo als waterplant in een bovendien zeer schemerige omgeving overleefde!
Above some tubers, real size and 4x enlarged. The name "pilewort" was chosen because of their shape, hence in olden times the plant was supposed to cure piles.
The Dutch name
Speenkruid means "nipplewort", which is something you can imagine too - it's just the way you look at it.
In May when the plant is past flowering, also the foliage dries out and vanishes. The plant seems not there anymore, but its tubers are still in the ground - waiting for the next spring (March, or in milder climates even earlier).
Although the plant in that time of the year may be a pretty cover for the barrenness of the winter, it must be kept under control, or else it will take over the garden and diminish the growing chances of other early plants, which are suffocated under the tight "mat" of glossy green leaves. This may happen to garden plants, but also to other "wild" species like forget-me-nots.
Once it's come that far, one should try to eradicate the plants as well as possible (during flowering it's easiest to get hold of them and new tubers still are small) and remove as many tubers from the ground as possible. Especially in heavy clay soils these tubers can be very annoying and difficult to remove.
Lesser Celandine isn't very fussy about its growing circumstances - on light as well as heavy soils it will grow happily, and flowering in shady places just happens a bit later than in a sunnier spot. It likes a moist growing-place, but in a time of drought it also thrives. The tubers will draw the water from the soil, which can be of disadvantage to adjacent plants.

This plant's ability to adapt itself to unusual circumstances, was more than proved when I saw a little string of a 2-leaved plant above the surface of a 10 cm layer of water. It was a tuber of Lesser Celandine, surviving as a waterplant in a thin layer of mud, in an environment that was also very dark in the twilight of a closed plastic bucket containing some water!

 
Jonge planten voor de bloei, met knollen / Young plants before flowering, with tubers


Een stralend zonnetje met zeer glanzende kroonblaadjes, die "vettig" lijken net als van een boterbloem. De plant die verwant is aan de later bloeiende boterbloem (ook een Ranonkel-achtige) wordt door sommigen verward met deze even algemene verschijning. Het aantal kroonbladen van de boterbloem is in 't algemeen slechts 5, en deze zijn veel ronder dan de meestal puntige van speenkruid, die zowel in aantal als in vorm variėren. A shining sun with very glossy petals, looking "greasy" like those of a buttercup. This plant which is related to the later flowering buttercup (also belonging to the family of Ranunculaceae) by some is confused with that equally common weed. Buttercups generally have only 5 petals, and these are much rounder than the mostly pointed ones of Lesser Celandine, which vary in both amount and shape as you can see in the above picture.


Hiernaast de vruchtjes, na het afvallen van de gele bloemkroon. Hierboven 4x vergroot.
Hoewel speenkruid doorgaans als onkruid wordt ervaren, bestaan er ook gekweekte vormen, bijv. dubbelbloemige en met witte i.p.v. gele bloemen, ook is er een paarsbladige cultivar genaamd 'Coppernob'.

Left the fruits, after the yellow corolla has dropped off. Above 4x enlargement.
Though Lesser Celandine is regarded as a common weed, there are also some cultivated forms, e.g double ones, a white-flowered variety and even one with purple leaves called 'Coppernob'.



Bij het rooien van een volwassen plant met bloemen en beginnende vruchten (22 april 2003) ziet men dit: niet alleen aan de voet, maar in alle bladoksels worden nieuwe knollen gevormd! De gedachte dringt zich aan me op, dat hierdoor weleens erg veel voedingsstoffen uit de grond zouden kunnen worden "weggezogen" en "vastgebonden" in al die knollen. De plant, die zich schijnbaar zo bescheiden terugtrekt in de grond omstreeks mei, zou hierdoor weleens een nog schadelijker onkruid kunnen zijn dan hij op het eerste gezicht lijkt.
When pulling out a fully grown plant with flowers and beginning fruits (22 April 2003) you see this: not only at the foot, but in all its leaf-axils new tubers ("bulbils") are growing! This gives me the idea that too many nutrients are extracted from the soil and "caught" in all these tubers - which would mean that this plant, modestly withdrawing itself into the ground around May, would be an even more noxious weed than it seems at first sight.

   
Moet je zien... daar word je haast een beetje akelig van! / Just look and see... this really is a bit weird!




herbarium homepage