Reisje naar Praag - vervolg
Dinsdag 1 mei 2007 - Naar Petrín, het hoogste punt van Praag, waar de 1 mei-viering in volle gang was, en tenslotte naar het Wenceslasplein waar Jan Palach zichzelf in 1969 in brand stak nadat het jaar daarvoor de "Praagse Lente" was neergeslagen. -
Na de bezichtiging van de Paleistuinen nam onze gids afscheid van onze groep, en wij vroegen hem hoe we het beste bij de replica van de Eiffeltoren konden komen, die tussen de bomen op het hoogste punt van de stad, Petrín, stond.
We konden het beste boven-over lopen, langzaam stijgend, en kwamen daarbij in een soort bosachtig park terecht, waar behalve dit opmerkelijke bouwsel ook nog een kerk en een klooster stonden, en een sprookjespaleis met een doolhof en een spiegelzaal.
We zijn in geen van de gebouwen binnen geweest, maar ook de buitenkant was de moeite waard. Het bleek een enorme drukte bij de "Eiffeltoren", want op Petrín was een 1 mei-viering gaande, uitsluitend bezocht door de locale bevolking. Zowel bij de Eiffeltoren (vanwaaruit men ongetwijfeld een geweldig uitzicht over de stad had) als bij het paleis met doolhof en spiegelzaal stonden lange rijen Tsjechen, die veel geduld moesten hebben om aan de beurt te komen voor de attracties.
Er was ook een parkje met bankjes, paadjes en fraaie randen paarse bloemen die op lavendel leken maar uit het minder welriekende kattenkruid bleken te bestaan, en een feestterrein met tenten en lange banken waar vele mensen naar cabaret en muziek luisterden en uiteraard was er bier en allerlei eetbaars te krijgen.
Wat we ook hadden opgemerkt, was een kabeltram die de berg op en af reed, en toen we voldoende hadden rondgekeken kochten we een kaartje om naar beneden te kunnen gaan - zodoende waren we vrij snel weer terug bij de Moldau.
Het was de laatste dag, en we wilden ook nog even kijken op het beroemde Wenceslasplein, waar in 1969 na de neergeslagen "Praagse lente" van 1968 de student Jan Palach zichzelf met benzine overgoten en in brand gestoken had, uit protest tegen het verstikkende communistische regime. Korte tijd later deed Jan Zajíc hetzelfde. Er is, vrij onopvallend in een rond plantsoentje, een plaquette met de portretten van beide jonge mannen en de data waarop zij stierven.
Verder bevindt zich op het Wenceslasplein een ruiterstandbeeld van de heilige Koning Wenceslas (Vaclav in het Tsjechisch), en op het einde is een grote fontein en daarachter het Nationaal Museum, een monumentaal gebouw. Eén van de mensen van onze groep vertelde ons later, dat aan de achterkant van dat museum een buurt bleek te zijn, waar je je als toerist niet zo heel erg op je gemak voelde...
In een onbekende grote stad kun je maar beter oppassen waar je heen gaat.
(Klik op plaatjes voor grotere foto's, dan rechts klikken om ze op te slaan)
Index-pagina van dit reisje
Terugreis : Woensdag 2 mei.