Duinkruiskruid Heelblaadjes Jakobskruiskruid Kardoen (wilde artisjok) Klein kruiskruid Kleverig kruiskruid Kruiskruid-kruising Schaduwkruiskruid Zilverkruiskruid Verzamelde kruiskruiden-pagina | Meestal kruidachtige planten. Meestal verspreide bladstand, echter ook wel kruiswijs of in kransen. Bladeren enkelvoudig of samengesteld. Bloeiwijze een hoofdje met gemeenschappelijk omwindsel en bloembodem, met straal- of lintbloemen en/of schijf- of buisbloemen. Lintbloemen 2-zijdig symmetrisch, 1- of 2-slachtig of onvruchtbaar; Buisbloemen regelmatig, meestal 5-tallig, 2-slachtig. Kelk: haren of borstels (die uitgroeien tot haarkroon), of schubben. Kroon: 4- of 5-tandig. Meeldraden 5, saamhelmig. Stijl 1, met 1 of 2 stempels. Vruchtbeginsel onderstandig, 1-hokkig, 1-zadig (nootje), vaak met haarkroon. Mostly herbaceous plants. Leaves simple or compound, mostly alternate but sometimes opposite or in whorls. Inflorescence a capitulum with a common volucre and receptacle, with ray-florets and/or disc-florets. Ray-florets zygomorphic, di- or monoclinous or sterile; Disc-florets actinomorphic, mostly quinary, monoclinous. Calyx: hairs or bristles (growing into haircrown), or scales. Corolla: 4- or 5-dentate. Stamens 5, with fused anthers. Style 1, with 1 or 2 stigmas. Inferior ovary, unilocular with 1 seed (nutlet), often with haircrown. | Cardoon Common ragwort Fleabane Groundsel Ragwort hybrid Narrow-leaved ragwort Silver ragwort Sticky ragwort Wood ragwort Collective Ragwort page |